Nico Dostal, geboren in 1895 in Korneuburg, was een toonaangevende Oostenrijkse componist die vooral bekend staat om zijn bijdragen aan de operette en filmmuziek. Zijn carrière begon met een solide muzikale opleiding bij Prof. Vinzenz Goller aan de Akademie für Kirchenmusik in Klosterneuburg. Dostal's doorbraak kwam in 1933 met de operette "Clivia," die in Berlijn werd opgevoerd en een groot succes werd. Tijdens de nazitijd kon Dostal zijn carrière ongehinderd voortzetten en werd hij zelfs beschermd door de regime als een "gottbegnadeter" kunstenaar.
Naast zijn operettes, zoals "Die Ungarische Hochzeit" en "Monika," schreef Dostal ook de muziek voor verschillende films, waaronder "Kaiserwalzer" en "Heimatland." Zijn werk combineert vaak levendige melodieën met diepere emotionele lagen, wat hem een unieke plaats in de muziekgeschiedenis bezorgde. Dostal werkte ook als arrangeur voor beroemde componisten zoals Oscar Straus, Franz Lehár en Robert Stolz. Zijn latere jaren bracht hij door in Salzburg, waar hij in 1981 overleed. Zijn muziek blijft vandaag de dag geliefd en wordt wereldwijd opgevoerd en genoten.