"A Love Supreme" van John Coltrane is een album dat op 1 februari 1965 uitkwam en beschouwd wordt als zijn magnum opus. Het album bestaat uit vier delen: "Acknowledgement", "Resolution", "Pursuance", en "Psalm". Dit werk is een diepgaande expressie van Coltrane's spirituele zoektocht, waarin hij muzikale techniek combineert met ingezonden gevoelens.
Coltrane werkte mee aan dit project met zijn quartet, bestaande uit McCoy Tyner (piano), Jimmy Garrison (bas) en Elvin Jones (drums). De opnames vonden plaats in de zomer van 1964, na een periode van intensieve praktijk, studie en meditatie. Coltrane was toen bezig met het bekeren tot het Bahá'í-geloof, wat zijn muziek een nieuwe dimensie gaf.
Het album kreeg een zeer positieve ontvangst in de muziekwereld. Critici prezen de complexiteit, de diepgang en de emotionele impact van de composities. Aanvankelijk was het album minder populair dan sommige andere werken van Coltrane, maar over de jaren heen is "A Love Supreme" steeds meer gewaardeerd en erkend als een van de belangrijkste jazzalbums aller tijden.
De culturele impact van "A Love Supreme" is breed. Het album inspireerde niet alleen jazzmuzikanten maar ook artiesten uit andere genres om hun creativiteit te verhogen door spirituele thema's in hun werk te integreren. Ook heeft het album invloed gehad op de ontwikkeling van de moderne jazz en de experimentele sounds in latere jaren.
Een interessante anekdote betreft de inspiratie achter de titel "A Love Supreme". Coltrane noemde zijn vrouw Alice in zijn dankwoord voor het album, wat duidt op zijn liefde voor zijn gezin en zijn spirituele zoektocht. De muziek op het album is een getuigenis van deze diepe vervulling en transcendentie in zijn leven. In 2000 werd het album verkozen tot het beste jazzalbum van de eeuw door de muziekwebsite AllMusic. Dit testamentigt de tijdloze waarde en invloed van "A Love Supreme" in de muziekgeschiedenis.