Mátyás Seiber was een Hongaarse componist, geboren in 1905 in Budapest, die vanaf 1935 in Engeland woonde en werkte. Afkomstig uit een muzikale familie, begon Seiber zijn muzikale reis onder de vleugels van zijn moeder, een zanglerares. Zijn werken omvatten een breed scala aan genres en stijlen, van kamermuziek tot orkestrale composities en vocale werken. Enkele van zijn bekendste werken zijn "Erdélyi rapszódia" (1941), "Fantasia concertante" voor viool en strijkorkest (1944), en de cantate "Ulysses" (1947), geïnspireerd door het werk van James Joyce. Seiber's muziek is vaak gekenmerkt door een levendige en expressieve stijl, met invloeden uit zowel de Hongaarse volksmuziek als de Europese klassieke traditie. Zijn werken zijn nog steeds populair en worden regelmatig uitgevoerd en opgenomen, zoals te horen is op zijn albums zoals "A Cappella" en "More Nonsense". Mátyás Seiber overleed in 1960 in Fokváros, Zuid-Afrika, maar zijn muziek leeft voort en blijft luisteraars over de hele wereld te inspireren.