Jacob van Eyck, geboren rond 1590, was een van de meest befaamde musici van de Gouden Eeuw in Nederland. Als blind geboren jonkheer toonde hij een uitzonderlijk muzikaal talent, vooral op de blokfluit, waar hij als een virtuoos bekend stond. Zijn composities, verzameld in "Der Fluyten Lust-hof," vormen een van de grootste en meest indrukwekkende werken voor een solo blaasinstrument in de Europese muziekgeschiedenis. Naast zijn virtuositeit op de blokfluit, was Van Eyck ook een meester op de beiaard en een pionier in het gieten en stemmen van klokken. Samen met de broers Pieter en François Hemony ontwikkelde hij de moderne carillon, wat zijn bijdrage aan de muziekgeschiedenis nog verder versterkte. Van Eyck's werk blijft vandaag de dag een bron van inspiratie en bewondering, en zijn muziek wordt wereldwijd gespeeld en gewaardeerd.