Terje Rypdal's vierde soloalbum 'Whenever I Seem to Be Far Away' is een meesterwerk uit 1974 dat de grenzen van jazz en rock verlegt. Het album, uitgebracht op het gerenommeerde ECM-label, presenteert twee verschillende kanten van de Noorse gitarist. De A-kant wordt gedomineerd door een quintet met onder anderen de Franse hoornspeler Odd Ulleberg en een ritmesectie bestaande uit Pete Knutsen, Sveinung Hovensjø en Jon Christensen, die samen een intens en dynamisch geluid creëren.
De B-kant is een heel andere zaak, met Rypdal die wordt ondersteund door het Südfunk Symphony Orchestra onder leiding van Mladen Gutesha. Het resultaat is een epische compositie getiteld 'Whenever I Seem to Be Far Away (Image for Electric Guitar, Strings, Oboe and Clarinet)', die een tijdloze en emotionele reis door geluid en tekstuur biedt. Met zijn unieke mengeling van jazz, rock en klassieke invloeden zet Rypdal een nieuwe standaard voor gitaarmuziek en bewijst hij opnieuw waarom hij een van de meest innovatieve en gerespecteerde artiesten in zijn genre is. 'Whenever I Seem to Be Far Away' is een essentieel album voor iedereen die van avant-garde jazz en gitaarmuziek houdt.