Edgar Varèse, een pionier in de avant-garde en experimentele muziek, presenteert met zijn album "Varèse" een verzameling van revolutionaire composities die de grenzen van de muziek in de jaren '60 verlegden. Dit album, uitgebracht op 1 januari 1961 onder het label BNF Collection, biedt een diepgaande kijk in de innovatieve werkwijze van Varèse, die vaak wordt vergeleken met zijn tijdgenoten Arnold Schönberg en Igor Stravinsky, maar zijn eigen unieke stem wist te vinden.
Het album begint met "Ionisation", een baanbrekend stuk voor perkussie alleen, gevolgd door "Density 21.5", een solo voor fluit dat de mogelijkheden van het instrument verkent. "Intégrales" en "Hyperprism" tonen Varèse's meeslepende gebruik van blaasinstrumenten en perkussie, terwijl "Octandre" voor klein orkest in drie delen een rijke en complexe klankwereld creëert. Het album sluit af met "Poème électronique", een elektronisch werk dat Varèse speciaal componeerde voor de Expo 58 in Brussel, en dat in het Philipspaviljoen werd gedraaid.
Varèse's laatste werk, "Nocturnal", bleef onvoltooid, maar werd later geredigeerd en voltooid door een Chinees componist. Ondanks zijn ziekte, die hem in de winter van 1961/2 teisterde, bleef Varèse een invloedrijke figuur in de muziekwereld, die verschillende prijzen ontving voor zijn composities. Dit album is een getuigenis van zijn genialiteit en zijn onvermoeibare zoektocht naar nieuwe klanken en structuren in de muziek.