Pierre Cochereau, een van de meest gerespecteerde organisten van de 20e eeuw, presenteert hier een meeslepende collectie van zijn meesterlijke improvisaties en een indrukwekkend concerto. Dit album, uitgebracht op 1 januari 1970 door het label Solstice, biedt een unieke blik in de wereld van Cochereau's virtuositeit en creativiteit. Het album begint met het beroemde "Concerto voor Orgel, Strijkers en Pauken in g-klein" van Francis Poulenc, een werk dat Cochereau's technische vaardigheden en muzikale diepgang perfect benadrukt. Dit concerto, opgedeeld in zes delen, varieert van levendige en speelse passages tot diepgaande en contemplatieve momenten, en biedt een rijke en gevarieerde ervaring.
Naast het Poulenc-concerto bevat het album ook een reeks improvisaties van Cochereau zelf. De "Improvised Symphony in 4 Movements" en de "Improvised Prelude, Fugue and Variation" tonen zijn vermogen om spontaan en meeslepende muziek te creëren. Deze stukken zijn een getuigenis van zijn diepe begrip van de orgeltraditie en zijn vermogen om deze traditie op vernieuwend en persoonlijk wijze voort te zetten.
Met een totale speelduur van 1 uur en 16 minuten, biedt dit album een diepgaande en meeslepende muzikale ervaring. Het is een essentiële toevoeging aan de collectie van elke liefhebber van klassieke muziek en orgelmuziek in het bijzonder. Cochereau's spel is zowel technisch als artistiek op het hoogste niveau, en dit album is een bewijs van zijn unieke talent en bijdrage aan de wereld van de klassieke muziek.