Witold Lutosławski, een van de meest invloedrijke Poolse componisten van de 20e eeuw, presenteert met deze opname een verzameling van zijn meest indrukwekkende orkestrale werken. Het album, uitgebracht in 2001, biedt een diepgaande kijk in de avant-gardistische composities van Lutosławski, die bekend staan om hun innovatieve structuren en complexe harmonische taal.
Het album opent met de drie Postludes, korte maar intensieve stukken die de luisteraar direct in de diepte van Lutosławski's muzikale wereld duiken. Vervolgens volgen de zeven Preludes en de Fugue voor 13 solo strijkers, een meesterwerk dat de virtuositeit van de uitvoerenden op de proef stelt. Deze composities, geschreven voor een ensemble van dertien solostrijkers, tonen Lutosławski's meeslepende beheersing van contrapunt en textuur.
Naast deze werkstukken omvat het album ook een reeks fanfares en een mini-ouverture, die de variëteit en diepgang van Lutosławski's werk onderstreept. De opname, gemaakt door het Warsaw Philharmonic Chamber Orchestra onder leiding van de componist zelf, biedt een authentieke interpretatie van deze werken, die de luisteraar een diepgaand inzicht geven in de artistieke visie van Lutosławski.
Met een totale speelduur van 59 minuten, biedt dit album een rijke en veelzijdige collectie van Lutosławski's orkestrale werken, die zowel de ervaren klassieke melomaan als de nieuwkomer in de wereld van de avant-garde zullen boeien.